De samenwerkende overheden in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) hebben een gezamenlijke zienswijze ingediend op de Ontwerp-Nota Ruimte. Deze nota is de langetermijnvisie van het Rijk op de ruimtelijke inrichting van Nederland. Hierin worden ruimtelijke keuzes gemaakt voor 2030 en 2050.
Zienswijzen op de nota konden tot en met 15 december worden ingediend bij het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het kabinet neemt alle reacties mee bij de verdere uitwerking van de nota, die naar verwachting in 2026 definitief wordt vastgesteld.
De zienswijze is namens de MRA ondertekend door gedeputeerde Esther Rommel van de provincie Noord-Holland (voorzitter van het MRA-platform Ruimte), gedeputeerde Ellentrees Müller van Flevoland (voorzitter van het MRA-platform Mobiliteit) en wethouder Steven van Weyenberg van Amsterdam (vicevoorzitter van het platform Ruimte).
Duidelijke keuzes en investeringen nodig
In de reactie namens de MRA wordt waardering uitgesproken over de helderheid van de nota, die inzicht geeft in de complexiteit en verbondenheid van de ruimtelijke taken. Ook onderschrijft de regio de noodzaak van nationale regie. Benadrukt wordt dat duidelijke keuzes en structurele investeringen in economie, mobiliteit, klimaat en landschap essentieel zijn om de grote ruimtelijke opgaven van de komende decennia haalbaar te maken.
‘Goed dat het Rijk met deze nota weer de regie pakt’, zegt de Noord-Hollandse gedeputeerde Esther Rommel, tevens voorzitter van het MRA-platform Ruimte. ‘Het ‘hoe’ moet nog verder worden uitgewerkt en de provincies en de MRA denken hier graag over mee. Wat absoluut nodig is: scherpe keuzes, heldere prioritering en duidelijkheid.’
Belangrijke positie MRA onvoldoende zichtbaar
De MRA draagt ruim 21% bij aan het Nederlandse bruto binnenlands product en vervult een cruciale rol in internationale netwerken. De regio vraagt het Rijk om deze positie expliciet te erkennen, zodat rekening wordt gehouden met de specifieke economische, sociale en ruimtelijke dynamiek. De MRA heeft profijt van economische groei, maar ondervindt ook de nadelen. De leefbaarheid van de regio staat sterk onder druk.
Randvoorwaarden lopen achter op woningbouwopgave
De ontwerpnota bevestigt dat verstedelijking zich vooral concentreert in stedelijke regio’s, waaronder de MRA. In de zienswijze wordt gewaarschuwd dat de woningbouwopgave niet kan worden gerealiseerd zonder structurele investeringen in energie-infrastructuur, openbaar vervoer, drinkwater, voorzieningen en klimaatadaptatie. Ook moet meer worden nagedacht over de economie in de MRA. De afgelopen jaren zijn bijvoorbeeld veel bedrijventerreinen verdwenen.
Water, energie en economie vragen om keuzes
De MRA ondersteunt het uitgangspunt ‘water en bodem sturend’, maar vraagt om concrete nationale keuzes bij zoetwaterbeschikbaarheid, kustverdediging en netcongestie. Ook economie en digitale infrastructuur verdienen een bredere uitwerking, inclusief de strategische rol van Schiphol en het Noordzeekanaalgebied en het gebied rondom de Maximacentrale.
‘Netcongestie is op dit moment de grootste bedreiging voor woningbouw’, zegt de Amsterdamse wethouder Steven van Weyenberg. ‘Zonder stroom voor scholen, winkels en sportclubs stagneert de groei van complete wijken. Daarnaast vraagt woningbouw om forse investeringen in infrastructuur. Wegen, fietsroutes en goed openbaar vervoer zijn de ruggengraat van groei. De MRA, heeft net als zo veel gemeenten, behoefte aan structurele investeringen om deze knelpunten snel en duurzaam op te lossen.’
Bereikbaarheid cruciaal voor woningbouw
De regio benadrukt dat grote woningbouwlocaties alleen kunnen worden gerealiseerd met robuuste mobiliteitsinvesteringen. Prioriteit moet worden gegeven aan projecten zoals de OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer (OVAH), het sluiten van de Amsterdamse metroringlijn (Sloterdijk-Amsterdam Centrum), de IJmeerverbinding, regionale busverbindingen en hoogwaardige OV-corridors. Ook het hoofdwegennet verdient aandacht.
‘De MRA wil er samen met het Rijk voor zorgen dat de woningbouwopgave haalbaar blijft. Dat vraagt om investeringen in mobiliteit, energie en voorzieningen’, zegt de Flevolandse gedeputeerde Ellentrees Müller, tevens voorzitter van het MRA-platform Mobiliteit. ‘Voor Flevoland is dit extra urgent: Almere en Lelystad groeien hard en hebben nu duidelijkheid nodig over infrastructuur en randvoorwaarden. Alleen door samen keuzes te maken, houden we onze regio leefbaar en bereikbaar.’
NOVEX MRA als proeftuin voor uitvoering
De MRA vraagt het Rijk om de NOVEX-aanpak nadrukkelijk te verankeren. De Uitvoeringsagenda NOVEX MRA laat zien hoe nationale doelen gebiedsgericht kunnen worden vertaald naar uitvoerbare maatregelen. Dat geldt ook voor de NOVEX-gebieden in en aansluitend aan de MRA, zoals de NOVEX Noordzeekanaalgebied, de NOVEX Groene Hart, de NOVEX Schiphol en de NOVEX Lelylijn.
Gezamenlijke oproep
De MRA roept het Rijk op om in de definitieve Nota Ruimte:
- De MRA een duidelijk positie te geven;
- Aandacht te hebben voor de randvoorwaarden voor leefbaarheid in de MRA;
- Een antwoord te geven op de belemmeringen die er nu zijn voor de woningbouwopgave, zoals stikstof en geluidsnormen;
- De keuzes te maken waar ruimte voor welke functies wordt gereserveerd;
- Structurele financiering voor energie, OV, klimaat en landschap te borgen;
- Het ruimtelijk instrumentarium, zoals de NOVEX-aanpak te, verankeren en te versterken.
Uitnodiging aan het Rijk
De samenwerkende overheden in de MRA nodigen het Rijk uit om verder samen te werken in de NOVEX-aanpak in het onlangs opgestarte Atelier MRA 2100.