Kamerleden verkennen bereikbaarheid MRA

19-11-2019 Nieuws #mobiliteit

De bereikbaarheid van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) heeft de aandacht van verschillende fracties in de Tweede Kamer. De afgelopen weken hebben enkele Tweede Kamerleden een bezoek gebracht aan de MRA om zich te verdiepen in de mobiliteitsvraagstukken waar de metropoolregio mee te maken heeft.

De druk op het mobiliteitssysteem in de MRA, het openbaar vervoer en de weg, neemt toe door de groei van de bevolking en de economie. In heel Nederland, ook in de MRA, moeten verbeteringen in de mobiliteitssystemen worden aangebracht om de bereikbaarheid op peil te houden.

Bespreking afspraken Rijk-regio in Tweede Kamer

Woensdag 20 november maken Nederlandse regio’s met het Rijk bestuurlijke afspraken over investeringen de komende jaren. Op maandag 25 november worden deze afspraken besproken in de Tweede Kamer.

Inkijkje voor Kamerleden

De Kamerleden die hun licht kwamen opsteken in de MRA, zijn Wytske de Pater-Postma (CDA), Suzanne Kröger (GroenLinks) en Rutger Schonis (D66). Zij kregen door middel van een tour een inkijkje in de projecten, knelpunten en uitdagingen in de MRA.

Diverse ontwikkelingen

De MRA-bestuurders Marja Ruigrok, Gerard Slegers, Jan Hoek, Jurgen Nobel en Astrid Heistee gaven een toelichting in Weesp, waar is gesproken over OV Saal, de A27 en ZWASH. Daarna is op station Zuid in Amsterdam gesproken over de ontsluiting van MRA Zuidwest, internationaal treinverkeer en het 5e en 6e spoor.

De bredere ontwikkeling van Zuidasdok is besproken bij een maquette op de Zuidas in Amsterdam. Ook de betere bereikbaarheid en stationsontwikkeling van Schiphol is hier toegelicht. Afsluitend is in de buurt van het Amsterdamse station Sloterdijk gesproken over de verbinding A8-A9, de corridor Amsterdam-Zaanstad-Hoorn, de bereikbaarheid van Haven Stad en de Zaan-IJ-oever.

Opgaven in beeld

De rode draad in de gesprekken was dat er op het niveau van de MRA steeds beter in wordt geslaagd om de opgaven in beeld te brengen en daarin keuzes te maken. De Tweede Kamerleden hebben de bezoeken gewaardeerd en kunnen op basis daarvan goed geïnformeerd de bestuurlijke afspraken bespreken.